Platform over bouwmaterieel & bouwmachines
Twijfels over levensduur en circulariteit in de grond-, weg- en waterbouw

Twijfels over levensduur en circulariteit in de grond-, weg- en waterbouw

Om onze klimaat- en circulaire doelen te halen, moeten we hard aan de slag. Er zijn forse
aanpassingen, investeringen en principiële keuzes nodig om echt duurzaam, circulair en
bio-based te gaan werken en daarmee de CO2-uitstoot te beperken en het grondstoffen-
verbruik te verminderen. Het gebruik van hout in de gww kan daarin een belangrijke rol spelen. ‘Levensduur’ of ‘circulariteit’ worden nog al eens gebruikt als argument om niet voor hout te kiezen, maar dat blijkt soms wat anders te liggen dan gedacht, zo blijkt uit onderzoek.

Levensduur houten damwanden en beschoeiingen langer

Houten damwanden worden in Nederland al toegepast sinds de Romeinen. De toepassing van tropisch loophout deed zijn opgang sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw. Er is dus zeer veel ervaring opgedaan met dit materiaal. In de praktijk wordt vaak gerekend met een levensduur van 25 jaar voor houten damwanden, terwijl er zeer veel projecten bekend zijn die veel ouder zijn. Om beter inzicht te krijgen in de levensduur van houten damwanden in de praktijk, is recent een onderzoek uitgevoerd in opdracht van Centrum Hout/VVNH1). Het ingenieursbureau heeft op basis van haar assetssysteem de onderliggende dossiers van 2.390 projecten, met een gezamenlijke lengte van ruim 445 kilometer, geanalyseerd en hiervan de gemiddelde levensduur bepaald. Conclusie is dat damwanden en beschoeiingen van houtsoorten met een natuurlijke duurzaamheidsklasse 1 (NEN-EN 335) een gemiddelde levensduur hebben van 36,6 jaar. Dat is ruim boven de ontwerplevensduur van 30 jaar, die door veel opdrachtgevers wordt geëist. Er is zeker sprake van spreiding en slechter scorende projecten, maar ook werden projecten gevonden tot maar liefst 60 jaar oud. Daarmee is ook aangetoond dat een gemiddelde levensduur van 25 jaar, waar in de volksmond veel over gesproken wordt, naar boven moet worden bijgesteld.

Ook is in het onderzoek gekeken naar de factoren die invloed hebben op de levensduur: een duidelijk langere levensduur is te behalen met een goede detaillering en het toepassen van een deksloof, zo is vastgesteld. Dit zorgt voor een verlenging van de levensduur naar een gemiddelde leeftijd van 43 jaar. Geografische positie, bodemtype en waterkwaliteit lijken geen significante invloed te hebben op de levensduur. De invloed van bermbeheer zou nog verder onderzocht moeten worden, omdat deze data geen onderdeel zijn van het assetmanagementsysteem.

Red het woud

Een andere reden waarom hout niet wordt toegepast is omdat inkopers, beleidsmakers en adviseurs vaak niet goed weten waar het hout vandaan komt en of het gebruik ervan invloed heeft op ontbossing. Die zorg is begrijpelijk, maar niet nodig. Het is zelfs zo dat voor (semi)overheidsprojecten duurzame inkoopregels zijn geformuleerd voor hout en als men die toepast het bos – in met name de tropen – juist wel vaart bij het gebruik van het hout dat uit die bossen afkomstig is. Hout met een certificaat van FSC, PEFC, Keurhout of STIP, is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen en wordt gecontroleerd van ‘kap tot schap’. Deze certificaten voldoen aan de duurzame inkoopcriteria van de Nederlandse overheid (TPAC). In Nederland is ruim 86% van al het hout dat wordt geïmporteerd voorzien van deze certificaten en dus afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Bossen die niet onder duurzaam bosbeheer vallen, lopen een grote kans om te worden vernietigd. Dat komt doordat ze geen of onvoldoende geld opbrengen. Landbouwgewassen als soja, palmolie of cacao leveren veel meer en sneller harde valuta op. Willen we dat bossen in de tropen behouden blijven en dat de biodiversiteit in stand blijft? Dan is het juist verstandig om het duurzaam geproduceerde hout uit deze bossen wel te gebruiken, want dat levert de benodigde inkomsten op om het beheer uit te voeren, stroperij tegen te gaan en lokale bevolking te ondersteunen: ‘Red het woud, koop duurzaam geproduceerd hout’.

Aan de slag met CirculairPlus

Een belangrijk middel om milieuwinst te behalen, schaarste en afval te voorkomen en daarmee ook een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelen is circulariteit. Het rijksbrede programma ‘Nederland circulair in 2050’’ beschrijft de doelstellingen om tot een circulaire economie te komen. Er wordt, door Rijkswaterstaat, het ministerie van I&W en CB23, samen met maatschappelijke partijen hard gewerkt aan het meetbaar maken van circulariteit van projecten en gebouwen. Hierbij is vooral aandacht voor de fossiele en minerale grondstoffen, omdat deze de grootste milieubelasting vormen en de grootste kans hebben om schaars te worden. De focus ligt sterk op hergebruik, recycling, waardebehoud en losmaakbaarheid. Bio-based materialen afkomstig uit duurzaam beheerde bronnen zijn hernieuwbaar en worden onder die voorwaarde niet schaars. Verder maken zij al deel uit van een gesloten (bio)cyclus door hun afbreekbaarheid en zijn daarmee al circulair. Daarnaast passen houttoepassingen in de gww ook in de technische cyclus van de ‘’harde’’ materialen, want ze zijn vaak herbruikbaar, recyclebaar en uiteindelijk ook geschikt voor energieterugwinning (bio-raffinage, thermische recycling) én zijn ze vaak ook al geheel losmaakbaar. Damwanden worden bijvoorbeeld nu al op grote schaal hergebruikt door ze in te korten en/of omgekeerd te herplaatsen, of ze op te zagen en ze weer toe te passen op de waterlijn in combinatie met een naaldhout onderstuk. Bruggen worden ontmanteld en van de onderdelen weer nieuwe bruggen gemaakt, zoals in Westervoort, Almere en Nijmegen. Meerpalen vinden gretig aftrek voor toepassing in de B&U, bijvoorbeeld als kolommen of als gevelbekleding. Hout kan dus meedraaien in zowel de biologische als ook de technische cyclus en is dus als het ware CirculairPlus.

Houten damwanden gaan gemiddeld ruim 30 jaar mee. Foto: Centrum Hout/EdM.

 

Houten bruggen, ook modulair

Een andere manier om bij te dragen aan circulariteit is het verlengen van de gebruiksduur. Het modulair maken van kunstwerken kan daarin bijdragen, omdat deze dan beter onderhoudbaar en eenvoudiger vervangbaar zijn en minder locatie gebonden. Dat geldt ook voor houten bruggen: uit onderzoek naar houten modulaire bruggen blijkt dat deze veel mogelijkheden bieden. Twee studenten van Hogeschool Windesheim analyseerden tijdens hun afstudeerproject, dat ze bij ingenieursbureau Westenberg uitvoerden, de afmetingen van Nederlandse houten bruggen. Ook spraken ze met verschillende gemeenten en andere stakeholders, zoals aannemers en Centrum Hout. Na het bepalen van de kritische factoren ontwierpen ze een standaard houten brug. Daarvoor stelden ze een bouwpakket samen met oplossingen voor onder meer de afstandhouders en een kliksysteem voor de dek-elementen. De studenten verwachten dat door de detaillering en verduurzaming de gemiddelde levensduur van een standaard modulaire houten brug 60 jaar is, waar dat nu 40 jaar is. Vervolgonderzoek is nodig om te testen of het modulaire concept in de praktijk goed werkt.

Milieuscore meer dan alleen circulariteit

Een kunstwerk kan vele circulaire eigenschappen hebben, maar als de uiteindelijke milieuscore hoog is draagt het niet bij aan de doelstellingen rond klimaat, en grondstof- en afvalbeheer, en daarmee niet aan de circulaire doelstellingen. Daarom is het belangrijk om naast het gebruik van circulaire criteria ook te kijken naar de milieubelastingen (MKI). Levenscyclus analyse (LCA) (1) helpt bij het vaststellen van circulariteit (Module C en D in MPG en DuboCalc), maar geeft daarnaast een beter beeld van de totale milieuimpact. Om deze reden heeft de houtsector ook LCA’s (2) laten maken van damwanden, beschoeiingen, dekdelen, geleiderail en wegportalen laten maken. Deze zijn te vinden op www.houtindegww.nl.     

1) Het onderzoek naar de levensduur van damwanden is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in het kader van het Beleidsondersteunend onderzoekthema ‘Klimaatenveloppe Klimaatslim Bos, Natuur en Hout’.

2) Het LCA onderzoek naar beschoeiingen, dekdelen, geleiderail en wegportalen is gedaan in samenwerking met Rijkswaterstaat.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details