Platform over bouwmaterieel & bouwmachines
Nederland geldt internationaal als proeftuin voor elektrisch materieel
Wacker Neuson levert een ruim aanbod elektrische machines in de compacte klasse, te weten minigravers, wielladers, dumpers, trilplaten en trilstampers.

Nederland geldt internationaal als proeftuin voor elektrisch materieel

De recente klimaattop in Glasgow maakt duidelijk hoe lastig het is om gezamenlijk de opwarming van de aarde een halt toe te roepen. Jammer, want de Nederlandse materieelsector toont aan dat wanneer de nood hoog is (PFAS- en stikstofcrisis), er in korte tijd veel mooie initiatieven ontstaan.

De bouwwereld ondervindt nu al twee jaar de gevolgen van teveel uitstoot aan den lijve en anticipeert hierop door versneld over te stappen op elektrisch aangedreven machines. Weliswaar nog mondjesmaat, maar op het gebied van duurzaamheid loopt Nederland voor op wat fabrikanten nog aanbieden. Bedrijven als Electric Construction Equipment, ELEO, ETEC, Limach, UMS en Q-Lectra werken hard aan verduurzaming van het machinepark, wat ook nodig is. Uit een in juni gepubliceerde enquête van TNO in opdracht van de overheid bleek ruim een derde van de machines voor de (land)bouw nog te voldoen aan de Stage IIIa emissienorm uit 2006… Het aandeel Stage II, Stage IIIb, Stage IV en Stage V schommelt telkens rond 15%.

Er lijkt een inhaalrace gaande om de materieelvloot in ons land versneld te vergroenen. Wie kan aantonen aan stikstofreductie te doen, mag immers voorlopig onverminderd verder bouwen. Een recente EIB-studie wijst uit dat tot 2025 zo’n 2 miljard euro wordt geïnvesteerd in nieuwe machines. In de 5 jaar daarna volgt nog eens 2,5 miljard euro en moet 80% van de huidige 43.000 mobiele werktuigen zijn vervangen. Ruim 1 miljard aan vervanging wordt uitgesteld tot na 2030. Weliswaar zijn elektrische machines fors duurder dan versies met brandstofmotor, de kosten voor onderhoud en energie liggen echter ook 50% lager. Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) geldt voor compact materieel nu al een gunstig investeringsklimaat. 

Meerdere wegen leiden naar Rome: links de op waterstof aangedreven Liebherr R926 van Mourik en rechts wordt de nieuwe elektrische 28-tons Hyundai rupsgraafmachine van GMB voor het eerst uitvoerig getest in de praktijk.

Beperkende factoren

Voor (middel)grote machines is het terugverdienmodel momenteel minder rooskleurig. De aanschafprijs ligt factor twee tot drie keer zo hoog en het ontbreekt vaak aan een infrastructuur om op locatie dergelijk materieel op te laden. Ook bestaat onduidelijkheid over de restwaarde, aangezien er vanuit het buitenland weinig tot geen vraag is naar elektrische machines. Om de businesscase gunstiger te maken zal de prijs voor accu’s flink omlaag moeten of is aanvullende subsidie vanuit de overheid gewenst. Inmiddels is bekend dat het Rijk 50 miljoen beschikbaar stelt om binnen de routekaart Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) een kennis- en innovatieprogramma op te richten dat schone bouwconcepten en -logistiek gaat ontwikkelen.

De routekaart stelt als ambitie om in 2030 60% stikstofreductie, 75% gezondheidswinst en 400.000 ton CO2-reductie te realiseren in de bouw. De grote bouwconcerns stellen nóg ambitieuzere doelen en willen al eerder emissievrij werken. Onder meer Heijmans noemt 2026 als streefdatum en wil vanaf 2023 CO2-neutraal zijn. Voor 2022 staat de ingebruikname van twee elektrische Liebherr 24-tons rupsgraafmachines gepland, die door UMS uit Oss samen met importeur Wynmalen & Hausmann worden ontwikkeld. Iets soortgelijks is met Van der Spek gerealiseerd voor GMB, dat sinds kort de trotse eigenaar is van een 28-tons emissievrije Hyundai op basis van de HX260A. Het kan dus overduidelijk wél om groot materieel te elektrificeren.  

Van Oord zet een emissievrije Caterpillar in op het A16-project bij Rotterdam, dat is aangemerkt als pilot voor stikstofreductie in de bouwsector.

Grote stappen zetten

Internationaal wordt Nederland gezien als de proeftuin van elektrisch materieel. Naast graafmachines van klein tot groot zijn ook miniloaders, verreikers, walsen en zelfs een asfaltspreidmachine voorzien van een batterijpakket. Er zijn voorbeelden in overvloed. Tobroco-Giant uit Oisterwijk bouwde binnen twee jaar tijd iets meer dan zeshonderd batterij aangedreven knikladers, waarvan 60% in eigen land is verkocht. De komende jaren moet er van bijna elk type een emissievrije variant beschikbaar komen en dan kunnen er pas echt grote stappen worden gezet op weg naar een groene bouwplaats. Na vele mini- en midigravers leverde Limach begin november de allereerste EW60.1 – een 6-tons mobiele graafmachine – af aan Van Gelder.

Knelpunt bij de inzet van ZE-materieel is nog het ontbreken van infrastructuur voor opladen op de bouwlocatie, al dienen zich steeds meer oplossingen aan.

Kovaco deed zijn intrede op de Nederlandse markt met een elektrische schranklader en compacte rupsdumper, terwijl Hanenberg Materieel de Sherpa skidsteer door de verbetermolen haalde. Conmeq sloot overeenkomsten met ELEO en Vermeer, in de hoop binnen 3 jaar duizend elektrische miniloaders op de Europese markt te brengen. Als klap op de vuurpijl bouwde Mourik met hulp van Accenda een Liebherr R926 om tot ’s werelds eerste inzetbare rupsgraafmachine op waterstof. En de grote fabrikanten dan? JCB, Volvo en Wacker Neuson lopen voorop met zero emissie machines, maar steeds meer merken introduceren een eerste batterij aangedreven model. Zo biedt Hitachi met de ZE85 nu een alternatief in de klasse tot 10 ton.   

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details