Graafhulp haalt beste uit machinist en machine

Egaliseren, sleuven graven of taluds profileren was nog nooit zo eenvoudig. Met Dig Assist, de ‘graafhulp’, een ontwikkeling van Volvo Construction Equipment wordt het beste uit machinist en machine gehaald. Bart Jansen van SMT groep, exclusief distributeur van Volvo Construction Equipment, vertelt over de mogelijkheden van Dig Assist op de Volvo-graafmachines.

Graafmachines worden steeds intelligenter. “Het samenstellen van een nieuwe graafmachine betekent vandaag de dag niet alleen meer een selectie van de juiste banden en opzetstukken, maar ook een keuze in software”, zegt Jansen. En zeker dat laatste neemt steeds grotere vormen aan. Volvo-graafmachines kunnen namelijk af-fabriek worden uitgerust met Dig Assist, een graafhulp die gebruikmaakt van de Co-Pilot-tablet in de cabine, diverse sensoren op de machine en de nieuwste technologie voor positiebepaling (GNSS). “Alle hardware wordt reeds in de fabriek aangebracht tijdens het productieproces en is dus niet overdraagbaar op een nieuwe of  andere machine. Het is in die zin vergelijkbaar aan het ingebouwde info- en entertainmentsysteem in de nieuwste auto’s, dat bouw je ook niet meer uit.” 

Dig Assist is op dit moment leverbaar voor de Volvo EC220E t/m EC480E en EWR150E t/m EW220E. In de loop van het jaar worden meer modellen voorzien van dit systeem.

Van 2D tot 3D
Dig Assist is leverbaar in verschillende gradaties. Jansen geeft tekst en uitleg: “De standaard 2D-functie is bedoeld voor bijvoorbeeld eenvoudig egaliseren en graven van sleuven. Op basis van real-time gegevens wordt de machinist geïnformeerd over de beoogde graafdiepte of taludhoogte. Handmatige talud- of hoogtecontroles zijn daarmee overbodig en maakt dat dergelijke werkzaamheden stukken efficiënter en productiever uitgevoerd kunnen worden. De volgende stap in de software is In-Field Design, dat gebruikmaakt van GNSS en RTK zodat de positie tijdens het graafwerk tot op de centimeter nauwkeurig is te bepalen. Deze functie maakt het mogelijk om bijvoorbeeld een bouwput te graven of meer eenvoudige 3D-profielen te realiseren zonder het bouwraam door landmeters te hoeven laten uitzetten. Een aanvulling op deze functie is een laadindicatiesysteem voor een bepaling van het actuele bakgewicht en een optimale belading. Tot slot is Dig Assist ook compatibel met Topcon 3D-MC software en binnenkort ook met Trimble Earthworks voor het werken met gecompliceerde 3D modellen die de aannemerij gebruikt.”

Volvo-graafmachines kunnen namelijk af-fabriek worden uitgerust met Dig Assist, een graafhulp die gebruikmaakt van de Co-Pilot-tablet in de cabine. (Beeld: VolvoCE AA)

Intuïtieve userinterface
Als exclusief distributeur van Volvo Construction Equipment ondersteunt SMT gebruikers volledig in het samenstellen en werken met Dig Assist. “Service en onderhoud aan zowel hardware als software nemen wij voor rekening”, zegt Jansen. “Voor wat betreft ondersteuning bij de 3D-softwareoplossingen is Topcon of Trimble verantwoordelijk. Dig Assist laat zich overigens zeer intuïtief bedienen. Voor een machinist die reeds gewend is aan het werken met Topcon is het een feest der herkenning als hij met de Topcon 3D-MC app gaat werken, de user interface is namelijk vergelijkbaar. Het mooie is dat het touchscreentablet waar alle Volvo Assist-functies op draaien en de bediening daarvan over de gehele Volvo-lijn identiek is. Dat betekent dus één tablet voor alle verschillende machinelijnen, vanzelfsprekend wel met machinespecifieke apps. De sensoren en hardware van Volvo Co-Pilot zijn ook grotendeels identiek. Goed voor de uniformiteit en uitwisselbaarheid van componenten.”

Dig Assist maakt het mogelijk om zeer nauwkeurig graafwerk te verrichten en dat in een fractie van de tijd van de gebruikelijke methoden. “Het maakt de inzet van mens en machine effectiever en productiever. Bovendien is het een opmaat naar een volledige autonome machinebesturing. Een voorbode daarvan presenteert Volvo tijdens BAUMA: de EC220E met Active Control, waar diezelfde tablet een prominente rol vervult”, besluit Jansen.