Een streepje voor hebben

Amper bekomen van alle lockdowns vanwege de coronapandemie, is de wereld door de oorlog in Oekraïne in een nieuwe crisis gedompeld. Wat dit voor onze branche voor gevolgen heeft, laat zich voorlopig raden. We ondervinden op dit moment echter nog duidelijk de naweeën van die eerdere crisis in de vorm van lange(re) levertijden. Als Kemp Groep hebben we altijd veel machines op voorraad, maar wat er nu gebeurt, heb ik in die zestien jaar dat ik hier werk niet eerder meegemaakt. Gelukkig is er tijdig geanticipeerd door genoeg machines te bestellen bij de fabrieken, maar daarmee hebben we niet kunnen voorkomen dat klanten ook bij ons soms langer moeten wachten op hun nieuwe machine. Voorraad is altijd een speerpunt van beleid geweest binnen ons bedrijf en daardoor heeft Kemp Groep een streepje voor op menig concurrent. Je ziet het ook in ons magazijn, waar een grote basisvoorraad aanwezig is om een snelle onderdelenvoorziening te kunnen garanderen.

Ondanks de genoemde roerige tijden investeert Kemp Groep volop in het uitbreiden van haar dienstverlening. In januari is het bedrijf gefuseerd met Hans van Driel. De twee van oudsher familiebedrijven hebben zich onder de vlag van Royal Reesink verenigd tot één onderneming. Door als één organisatie verder te gaan kunnen wij onze dienstverlening verder professionaliseren en nog adequater inspelen op de wensen van onze klanten. Door recente uitbreiding met twee Huur&Stuur vestigingen in Veghel en Steenbergen komt het aantal vestigingen op zeven in Nederland. Hierdoor worden de aanrijtijden voor service steeds korter. Op de vestiging in De Meern wordt momenteel hard gewerkt aan de uitbreiding van de faciliteiten. Een extra werkplaats van 1.200 m² en een nieuw, deels geautomatiseerd, magazijn moeten de technische faciliteiten van de Kemp Groep verder toekomstbestendig maken.

Kijkend naar de huidige markt kunnen we niet om de trend van elektrificatie heen. Dit is een belangrijke ontwikkeling binnen onze branche, die wij van harte ondersteunen. Helaas lopen de ideeën in theorie vaak te ver uiteen met de praktische haalbaarheid ervan. Het achteraf elektrificeren van materieel helpt bij het overtuigen van fabrikanten om in deze ontwikkeling te investeren (Proof of Concept), maar is als concept niet schaalbaar en dus niet toekomstbestendig. We moeten waken voor het feit dat een handvol omgebouwde machines de norm gaat worden in het aanbestedingstraject, zonder te kijken naar de praktische inzet. Meer dan eens zien we dat er in het bestek wordt gevraagd om een ‘Zero Emission’ machine, maar wordt het opladen ervan buiten beschouwing gelaten. Juist dát is op dit moment voor veel aannemers de grootste uitdaging. Uiteraard moeten we de blik vooruit werpen richting de emissievrije bouwplaats in 2030, maar we moeten niet vergeten dat er op korte termijn al heel veel winst te behalen is met het stimuleren van Stage V motoren of synthetische diesel zoals HVO100.

In onze ogen is dit geen keuze, we moeten beide nastreven. We zien in de praktijk dat er bij gunningen soms te weinig aandacht is voor het verbruik van machines. Nieuwere machines hebben naast een reductie in emissie ook een veel lager verbruik. Zo zou er meer moeten worden gekeken naar de inzet van hybride machines. Een lager verbruik geeft immers per definitie minder uitstoot. Om meer inzicht te geven in de uitstoot levert Kemp Groep alle nieuwe machines met een uitstootcertificaat. Op dit overzicht staat exact vermeld wat het nieuwe model maximaal uitstoot en wat dit minder is dan bij een ouder type van een lagere milieuklasse.