De NLCS maakt mijn werk een stuk leuker

Tachtig procent. Dat is de schatting van landmeter/tekenaar Marien van Rodijnen op de vraag hoeveel professionals in de GWW-sector inmiddels conform de NLCS tekenen. “Gelukkig is dat inmiddels de overgrote meerderheid. Want niets is zo vervelend als allemaal een andere taal spreken.”

Vier jaar geleden verhuisde Van Rodijnen van een middelgroot ingenieursbureau naar Aannemingsbedrijf Verboon Maasland, een familiebedrijf dat al drie generaties gespecialiseerd is in Grond-, Weg- en Waterbouw. “Er was één landmeter in dienst; ik ben erbij gekomen om hem op te volgen.” Van Rodijnens werk is divers: vaak is hij van begin tot eind bij projecten betrokken. “Van de nulmeting, het berekenen van hoeveelheden en het maken van 3D-machinemodellen tot en met het inmeten en vervaardigen van de revisietekeningen. Ik werk op kantoor, maar ben ook vaak op de werklocatie aanwezig om te controleren en bekijken of het project uit de verf komt zoals we het hadden bedacht. Prachtig om dan te zien hoe al je berekeningen en 3D modelleerwerk in de praktijk tot leven komt.”

Dezelfde taal

In zijn werk krijgt Van Rodijnen dagelijks te maken met tekeningen van derden. Vandaag de dag leveren die externe partijen hun ontwerpen grotendeels op conform de NLCS. Toch is het nog maar een paar jaar geleden dat veel partijen hun eigen standaarden hanteerden. “Daar was eigenlijk niet mee te werken”, blikt hij terug. “Allemaal gebruikten ze een eigen opmaak, lagenstructuur, bloknamen, noem maar op. Ik herinner me een project waarvoor ik een tekening moest interpreteren: die was zo ingewikkeld, dat ik er twee dagen op heb moeten studeren om alles te ontrafelen. Niet te doen! Dankzij de NLCS spreken we nu allemaal dezelfde taal.”

Kleinere foutmarge

“De grootste winst van werken conform de NLCS is de uniformiteit”, aldus Van Rodijnen. “Als je een laag aanklikt, zie je meteen dat er ‘kant asfalt’ wordt bedoeld en niet ‘kant puinbaan’, om maar een voorbeeld te noemen. Je hoeft dus niet meer te interpreteren.” Maar er zijn veel meer voordelen, voegt hij toe. “Doordat tekeningen zo duidelijk zijn, verklein je je foutmarge en bespaar je een hoop tijd en ergernis. Je ziet bijvoorbeeld in één oogopslag of je te maken hebt met bestaand werk, vervallen, nieuw of revisie, dankzij de aanduidingen met de letters B, V, N en R. Je weet dus altijd waar je mee bezig bent, hoe complex je tekening ook is.”

Verboon Maasland is gespecialiseerd in werken aan water.

Geen ruis op de lijn

Hoewel de NLCS nog niet door de gehele branche is omarmd, ziet de landmeter/tekenaar de opmars nog altijd voortduren. “Overheden stellen tekeningen conform de NLCS als voorwaarde en ook andere partijen vragen er steeds vaker om. Opvallend genoeg zijn het in mijn beleving vaak de wat grotere bureaus die nog aan hun eigen standaard vasthouden. Onterecht, wat mij betreft. Je kunt zó veel gemakkelijker met elkaar communiceren. Zonder ruis op de lijn praat toch iedereen gemakkelijker?”

Overzichtelijke tool

Om optimaal conform de NLCS te werken, werkt Van Rodijnen met de InfraCAD-software. “Een collega-tekenaar van een ander bedrijf maakte me erop attent. ‘Dit gaat jouw werk zó veel gemakkelijker maken’, verzekerde hij me. Hij had gelijk. InfraCAD is een overzichtelijke tool waarmee je heel gestructureerd kunt werken. Alles is voorgedefinieerd en al grotendeels uitgewerkt. Daarnaast heeft InfraCAD veel handige hulptools, zoals het toevoegen van foto’s en het toevoegen van items aan de legenda, die je met één druk op de knop genereert. Ik ben aardig thuis in InfraCAD, maar ik denk dat ik er nog meer uit kan halen. Op mijn lijstje staat bijvoorbeeld nog het aanmaken van een eigen bibliotheek. Dat gaat me nóg meer tijdwinst en gemak opleveren.”

BIM level 1-standaard

De NLCS is een zogenaamde BIM level 1-standaard. Ook bij Verboon Maasland koppelen ze het werken met de NLCS aan het BIM-modelleren. “We hebben enkele jaren geleden een pilotproject gedraaid, in een combinatie voor de gemeente Rotterdam: de rioolvernieuwing bij de Schiedamsevest in het centrum van Rotterdam, een gebied met veel terrassen. Vanuit de gemeente ontvingen we de 3D-tekeningen, voorzien van allerlei relevante, onderliggende informatie. Vervolgens hebben we afspraken gemaakt over hoe we dit gezamenlijk gingen uitvoeren. De pilot verliep goed, maar helaas moesten de werkwijzen tijdens de uitvoering veranderen, want de lente kwam eraan en de terrassen moesten open. De revisiegegevens konden we wel volgens de afspraken opleveren: een 3D-tekening met alle informatie en eisen erin verwerkt. Vervolgens hebben we deze revisietekening succesvol geëxporteerd naar 2D-tekening in de NLCS-structuur. We kozen voor 2D, omdat de gemeente werkt met 2D-tekeningen, maar met het leerproces zijn we verdergegaan. BIM is namelijk een breed begrip, waarin iedereen andere niveaus herkent.”

Eenduidigheid

Tijdens sommige projecten werkt Van Rodijnen samen met collega’s uit de bouw. Dan merkt hij het gemis van één uniforme taal. “Denk aan het ontwikkelen van gebouwen of openbare gelegenheden: projecten die het pure GWW-gebied ontstijgen. Ik spreek geregeld bouwmedewerkers die nog nooit van de NLCS gehoord hebben. Terwijl ik denk dat de NLCS prima geschikt is om breder in te zetten. Waarom niet? Iedereen, ongeacht de sector waarin hij of zij actief is, is toch gebaat bij standaarden en eenduidigheid? Ik durf gerust te stellen dat de NLCS mijn werk een stuk leuker maakt. Vroeger, met al die verschillende standaarden, was er veel onduidelijkheid bij het interpreteren van tekeningen; je zag soms door de bomen het bos niet meer. Dankzij de NLCS zie je dat wél.”